[Krabbendam, Jan]
KRABBENDAM (Jan), geb. te Heiloo op het landgoed Nijenburg, waar zijn vader tuinman was, 19 Febr. 1803, overl. te Alkmaar 16 Dec. 1884. Reeds als kind kwam hij te Alkmaar, waar hij zich in 1827 als zadelmaker vestigde en door eigen studie het weinige wist aan te vullen, wat hij in zijne jeugd geleerd had, en eene goede en nuttige plaats onder zijne medeburgers vermocht in te nemen. Met een compagnon dreef hij ook eene wagenmakerij. Hij huwde 27 Mei van dat jaar Neeltje Gagesteyn, welke 11 Nov. 1872 overleed, hem 4 volwassen kinderen nalatende.
K. voelde zich vooral aangetrokken door de geschiedenis des vaderlands en daaruit putte hij de stof voor zijne talrijke romans, die door de critiek niet gespaard werden maar nochtans talrijke lezers vonden. Behalve deze plaatste hij novellen in den Almanak voor Blijgeestigen, het Nederlandsch Magazijn en het Leeskabinet (daarin in 1863: Acht dagen stoomens. Naar België, door België en terug). Het aantal zijner pennevruchten, groot en klein, beliep 72.
De titels der romans zijn: Vier dagen op reis of de zevende October (Amst. 1832); Lektuur voor blijmoedigen (Amst. 1834); Eleonora van Lichtevelde of de blinde uit den bouwval (Amst. 1834); Willem Berkveld of de kleine bedelaar (2 dln., Amst. 1835); Catharina Rembrands of het beleg van Alkmaar in 1573 (Amst. 1835); Tegen stroom is het kwaad roeien of drie maanden uit het leven van Jonas Waterbeers (Amst. 1836); De Vrijwilliger of de belegering van Groningen in 1672 (Amst. 1837); De non of de ondergang van de abdij van Rijnsburg (Amst. 1837); De Vrijbuiter (Amst. 1837, 2 dln.); Jonker Frans van Brederode (Amst. 1839); Schaduwstukken (Alkm. 1839); Olivier van Noort (Amst. 1843); Claes Compaen (Nieuwed. 1844, 2 dln.); Het Huis te Laegh of de Witte Wijven (Alkm. 1849, 2 dln.); De Musketier, Schetsen uit de geschiedenis der grondvesting van Batavia (Alkm. 1851); Peter van Vlooswijck, Maanlichten en Nachtschaduwen (Amst. 1854, 2 dln.); Frans de wapensmid (Alkm. 1859, 2 dln.); Sebalt de Jonge, Walcheren in 1572-74 (Dev. 1865); De Rosbaard, een verhaal uit de aanvang onzer worsteling met Spanje (Dev. 1867).
Zie: C.W.B. in Alkmaarsche Courant 1884 nr. 152; Frederiks en v.d. Branden, Biogr. Woordenboek i.v.
Bruinvis