[Kolff, Gualtherus]
KOLFF (Gualtherus), verdienstelijk nederl.-indisch journalist en uitgever, 8 Nov. 1826 te Gouda geb. en 29 Apr. 1881 te Leiden overl. Hij begon zijn loopbaan als boekverkoopersbediende in de zaak van G.B. van Goor te Gouda, in welke stad hij ter bevrediging van zijn letterkundigen smaak een klein gezelschap oprichtte, waar men zich oefende in 't voordragen van verzen enz.; tevens redigeerde hij hier den door zijn patroon uitgegeven Goudschen Almanak. Later kwam hij in de zaak van den uitgever K. Fuhri te 's Gravenhage, voor wiens Kunstkronyk hij een tijdlang reisde. In 1850 vertrok Kolff naar Indië, om werkzaam te zijn bij de firma van Haren Noman te Batavia, waarin hij reeds twee jaar later deelgenoot werd, terwijl hij in 1857, bij 't uittreden van den firmant Noman, deze zaak voor eigen rekening voortzette, onder den naam G. Kolff & Co. Ook in Samarang had hij een uitgeverszaak, in vereeniging met J.H. de Groot aldaar. Met H.J. Lione. a. was Kolff een der baanbrekers op 't gebied der indische journalistiek. Hij heeft vooral er het zijne toe bijgedragen dat de indische couranten, vroeger weinig meer dan enkel advertentie-bladen, tot den rang van staat- en letterkundige nieuwsbladen werden opgeheven. Een meer dan gewone werkkracht heeft K. gedurende zijn 18-jarig verblijf in Indië ontwikkeld. Tot zijn voornaamste uitgaven van dien tijd behooren de Algem. Atlas van Ned. Indië door baron Melvill van Carnbee; verder De Oostpost, De Vorstenlanden, Bromartani (een javaansch weekblad), De Java-Bode, De Locomotief, Het Bataviaansch- en het Soerabayaansch Handelsblad. Voorts een aantal novellistische en enkele wetenschappelijke werken. Toen K. in 1868 naar Holland
terugkeerde, droeg hij zijn bloeiende zaken te Batavia, Samarang en Soerabaya aan anderen over en vestigde zich metterwoon te Leiden, waar hij echter zijn volle aandacht aan de belangen van den boekhandel bleef wijden. In staat om onbezorgd te leven, schepte hij er behagen in om anderen zooveel mogelijk voort te helpen en nuttige instellingen te ondersteunen. Voorts was hij een trouw bezoeker van congressen en andere bijeenkomsten voor den boekhandel, terwijl hij zijne zaak te Batavia voortdurend uitbreidde. Persoonlijk bezocht hij gaarne de groote centra van den boekhandel: Leipzig, Weenen, Parijs, Londen enz. De indische boekenmarkt, vroeger weinig meer dan een tokozaak, heeft veel aan Kolff te danken; zij werd door hem op een hooger peil gebracht. Behalve de bovengenoemde dagen weekbladen, gaf hij, meest in zijn latere periode, nog uit: romans en novellen van Melati van Java (pseudoniem van Maria Sloot); Perelaer, de Bonische expeditie; Perelaer, Ethnographische beschrijving der Dajaks; Versteeg, Maleische Atlas; Pruys van der Hoeven, Woord over Sumatra; Uilkens, De dochter van den toovenaar; Filet, Plantkundig woordenboek van Ned. Indië; Grashuis, Holl.-Maleisch Woordenboek; voorts het Indisch Militair Tijdschrift en het Tijdschrift van het Binnenlandsch Bestuur. Verder tal van leer- en leesboeken, prenten enz., ten behoeve van de indische scholen, want de firma Kolff & Co. was gedurende een