K.
[Kaldekercken, Henrick J.]
KALDEKERCKEN (Henrick J.), ‘francoysche schoolmeester te Amsterdam, wonende op de Brestraet aen de St. Teunes Merckt’, wordt in 1633 door Cornelis van Nienrode voor hem, die ‘den Reghel Cassiers, welcke practycke hij insonderlinge recommandeerd aan alle Cooplieden, Boeckhouders ende Coopers, Ontfangers ende Rentmeesters’ wenscht te leeren, aanbevolen als iemand ‘die ieder, die 't beliefde, daer in goede onderrightinghe doen zou’. Tengnagel spreekt nog in 1668 van een Mr. Hendrik Kaldekerk, voor wiens school een bord hing, waarop hij zelf geschilderd was, omringd door al zijn razende scholieren, met een kroon op het hoofd en het onderschrift: het gekroonde hoofd-sweer. K. gaf uit een Voortschriftboeck van de gemeenste en nootwendigste geschrifte, de Jonckheydt tot leeringhe der Schryfconste, betrachtinge der Godsaligheyd ende oeffeninghe der goede zede voorghestelt ende geschreven.
Zie: B. Stockman's Arithmetica ed. C. van Nienrode (Utr. 1633) in de voorrede en M.G. Tengnagel, Klucht van Frik in 't Veurhuys (Leiden 1668).
de Waard