in Algiers veelal ‘de leeuwenjager’ genoemd, te Warnsveld in 't huwelijk met Wilhelma Alexandrina Johanna barones van Westerholt en vestigde zich met haar op den huize Vijverhof, bij Nieuwersluis. Sedert 1887 woonde hij te Haarlem. Na zijn dood in 1899 trad zijn weduwe in 't huwelijk met den luit.-generaal Theodoor Johan Arnold van Zijll de Jong.
Van de J.'s geschriften zijn 't meest bekend zijn Schetsen en tooneelen uit Tyrol en Italië (1862), alsmede zijn Schetsen en Tooneelen uit de Atlas en den Aoërès (1869). Verder schreef hij in het Album der Natuur een opstel over de leeuwen van Noord-Afrika (1854) en een over de berenjacht in Zweden (1856); in het Alg. Ned. Familieblad een artikel over 't geslacht Rodenburgh (1885) en een over dat van Zijl van Zijlhof (1891); in den Ned. Heraut over de familie van Zijl van Valkendael (1892); voorts kleinere stukken (onderteekend R.) in den Mil. Spectator, het Alb. der Natuur, Hertha enz.
Zijn portret is geschilderd door P. Slager.
Zie: Levensber. Letterk. 1901, 15; Nederl. Patriciaat 1911, 280 met portret; De Wapenheraut 1906, 187.
Zuidema