[Jamar, Dominicus]
JAMAR (Dominicus), dominicaan. Hij was lid van het klooster te Maastricht en volgde de theologische lessen aan de Sorbonne van Parijs, waar hij het doctoraat verwierf. Door den graaf van Soissons werd hij aangesteld tot eersten aalmoezenier. In diens paleis leidde hij gedurende tien jaren een godvruchtig leven. Ofschoon hij tot bisschop was benoemd, heeft hij de wijding niet ontvangen. Door een beroerte getroffen, overleed hij op stichtende wijze te Parijs 3 Jan. 1672.
Zie: V. Huntjens, Chronicon Conv. Mosaetraject. bew. d.G.A. Meijer in Publ. Limbourg XLVI (1910) 68.
G.A. Meijer