Republiek en Engeland te gaan voeren, doch hij bedankte, omdat hij het ijdele dier besprekingen inzag. Gedurende de jaren van prinses Anne's regentschap trad Willem Bentinck herhaaldelijk met hem in betrekking om samenwerking van Amsterdam met de Ridderschap en de Gouvernante te verkrijgen; gematigd man als hij was, met goed inzicht ook in de europeesche verhoudingen, was hij wel tot schikken geneigd, doch hij kon te Amsterdam niet op tegen den invloed van Hasselaer, die in andere richting werkte.
Hop was gehuwd: 1o. 28 Mei 1726 met Petronella Maria Calkoen, gest. 1728, bij wie hij een zoon, Jacob, had; 2o. 2 Mei 1735 met Rebecca Jacoba Valckenier.
Zijn door J. Houbraken, naar een schilderij van Ph. van Dijk gegraveerd portret, van 1747, is opgenomen in Wagenaar, Vad. Hist. XVIII, 208.
Zie: Elias, De Vroedschap van Amsterdam; Bussemaker, Arch. d.l.M. d'Orange N. 4e S., II, III. In het Rijksarchief Hop's brieven aan Heinsius, de verbalen van zijne ambassade te Parijs en van die te Soissons, zijne brieven aan Slingelandt.
Bussemaker