[Hogendorp, Johan François van]
HOGENDORP (Johan François van), geb. te 's Gravenhage 28 Mei 1746, overl. aldaar 18 Oct. 1831, was een zoon van Mr. Johan François van Hogendorp en Sara Johanna van Campen. Hij werd 27 Mei 1767 als poorter te Rotterdam geëed en kwam in 1778 in de stedelijke regeering als vroedschapslid, wat hij tot 1795 gebleven is. In 1787 was hij burgemeester, van 1789-1796 lid van het college der admiraliteit van Zeeland. Daarna brak er wegens zijn politieke gevoelens een ambteloos tijdperk voor hem aan, totdat hij in 1813 opnieuw op den voorgrond trad en een werkzaam aandeel nam aan de politiek. Hij werd ten gevolge van de omwenteling 19 Nov. 1813 burgemeester en bleef dit tot 1824. Bovendien was hij lid van de Staten-Generaal en van de ridderschap van Zuid-Holland, in welk college hij zitting nam ten gevolge van het organiek besl. des konings van 16 Sept. 1815, waarbij aan hem en zijn wettige afstammelingen de titel van graaf en gravin verleend werd. Van 1778-1824 behoorde hij tot de Maecenaten van het Bat. Gen.
Hij huwde 18 Febr. 1770 met Aletta Maria Cossart, een dochter van den rott. burgemeester Jacob Cossart (I kol. 640).
Zie: de bij Diederik v.H. (kol. 587) opgegeven literatuur; Bosscha, Gesch. der Ned. Staatsomw. I, 143, 206, Aanhangsel 93 en van Reyn, Historische Herinneringen (Rotterdam 1863) 36.
Wiersum