beoefend heeft, leefde hij van zijn pen. Achtereenvolgens gaf hij sedert 1770 eenige weekblaadjes uit, spectatoriale vertoogen, waarin heel wat personen over den hekel gehaald werden. Met zekerheid kunnen als zoodanig genoemd worden: Neerlandsch Echo, De Nederlandsche Overweeger, De vrolijke Onzigtbaare, Iets over alles of vertoog aller vertoogen, De reizende Haagsche Advocaat, De Onmondige. Waarschijnlijk zijn er nog andere dergelijke geschriften van hem afkomstig. Later wierp hij zich in de politiek en in de jaren 1780 tot 1783, zijn een ontelbaar aantal vlugschriften uit zijn pen gevloeid. Hij behoorde tot de antiengelsche partij en de bestrijders van den hertog van Wolfenbuttel. Laat het nu sterk overdreven zijn, dat hij bijna honderd der tegen van Goens verschenen pamfletten geschreven zou hebben, hoe duchtig hij zich roerde, blijkt uit een ander feit. In een in 1781 naamloos door hem uitgegeven pamflet: De gedimitteerde zee-capitein Andries de Bruyn (Pamflet Knuttel no. 19640) schrijft de ‘autheur’ op blz. 46: ‘Ik ben een Boeken-schrijver van mijn geloof, ik heb al de Memories van Jork beantwoord, ik heb alleenig van dit jaar de volgende dingen geschreven’ en dan volgen de titels van niet minder dan vijftig pamfletten. Het is dan ook ondoenlijk hier een lijst zijner geschriften te laten volgen. Men zie daartoe vooral mijn Catalogus van de Pamflettenverzameling der Kon. Bibl. op de jaren 1774-83. Zijn portret wordt gevonden in de genoemde weekblaadjes.
Men zie over hem: Alle de magistraatsgezinde ... schrijvers ... beschreeven (Pamflet Knuttel no. 20128) 16 v.v.; W.P. Sautijn Kluit, Nicolaas Hoefnagel als Journalist in Ned. Spect. 1881, 172, 180; G. van Rijn, Nicolaas Hoefnagel in Librye 1889 no. 10.
Knuttel