[Hilhorst, Gangericus]
HILHORST (Gangericus), van een oud stichtsch geslacht, welks leden reeds lang vóór de reformatie onder de schepenen van Soest voorkomen, werd geboren te Soest 21 April 1822. Na zijne lagere studiën te Hageveld te hebben voltooid, studeerde hij theologie te Warmond en werd 17 Juni 1848 priester gewijd door Mgr. van Wijckerslooth op den huize Duinzicht te Oegstgeest. Na zijne priesterwijding werd hij gedurende negen jaar medehelper van den aartspriester J. Hartman te Utrecht en in het laatst van 1857 pastoor te Kortenhoef. April 1861 werd hij overgeplaatst naar Blaricum en 30 Juni 1875 naar Schalkwijk alwaar hij in Nov. 1878 benoemd werd tot deken van het dekenaat Wijk bij Duurstede en 18 Juni 1884 is gestorven. Onder zijn pastoraat werd in 1871 te Blaricum en in 1879 te Schalkwijk eene kerk gebouwd. Voor het onderwijs bouwde hij in 1878 te Schalkwijk eene zusterschool. Als redactielid van het Archief van het Aartsbisdom Utrecht was hij een ijverig medewerker, o.a. verscheen in het Archief van zijne hand: Kerkelijk Gooiland na de hervorming (I, 268 seq.); eene bewerking van pastoor Geerdink's Collegiaal-kerk van Oldenzaal (III, 413 seq.); artikelen over Het klooster