der stad in 1629 werd het klooster verwoest en werden de Kruisheeren verjaagd. Zij zochten eerst een toevlucht te Schijndel, vervolgens te Uden, in het vrije land van Ravenstein, waar zij zich - in het geheel nog 10 priesters - omstreeks 1650 voor goed vestigden onder het bestuur van Joannes Arnolds, die, sinds 1644 prior der 's Hertogenbossche Kruisheeren, aldus eerste prior werd van het klooster te Uden, waar hij 5 Mrt. 1662 overleed en in de parochiekerk werd begraven.
Vgl. C.R. Hermans, Annales Ordinis S. Crucis ('s Hertogenb. 1858) II, 321 vv., 328, 332, 336, 339, 343; W. Molius, Annales civitatis Buscoducensis 40, 43; B. Everswijn, B. Loeff en J.v. Balen, Hist. Chronol. Oppidi de Buscoducis 29, 41 (beide laatste hss. in de biblioth. v.h. Provinc. Gen. van N. Brab.).
Brandsma