[Goch, Johannes van of de (3)]
GOCH (Johannes van of de) (3), abt der cistercienserabdij Kamp of Oudekamp bij Rijnberk, dikwijls verward met Klaarkamp in Friesland, gekozen 25 Juli 1423; overl. 20 Dec. 1453. Hij stond aan het hoofd van alle cistercienser kloosters in Gelre, Utrecht en Holland, behalve van Loosduinen. In zijn tijd heerschte in de abdij Kamp een groote ijver voor het herstel der tucht, bloei en uitbreiding der orde, en was zij de steun en het hoofd der opkomende colligatie van Sibculo. Abt Johannes van Goch deed afstand van het bestuur 12 April 1438. Bij de kiezing van zijn opvolger besloten de monniken, voorgezeten door Guido, abt van Morimund, eenparig, dat de aftredende abt zijn opvolger zou benoemen. Hij overleed als jubilarius en senior der abdij.
Zie: H. Keussen, Chronicon monast. Campens. in Annal. d. hist. Verreins f.d. Niederrhein XX (1869) 318-319, 379; Gall. Christ. III, 785; G Jongelinus, Notitia Abbatiarum (Col. Agr 1640) II, 9.
Fruytier