wordt bij de vergrooting van het orgel in de Bovenkerk te Kampen (1789) en bij den bouw van het nieuwe instrument te Zuidbroek (1795). In 1808 werd hem opgedragen de voltooiing van het orgel in de Sint Laurens te Rotterdam, welk werk sinds een aantal jaren stil lag; de dood verhinderde hem aan het voornemen uitvoering te geven, niet meer dan een begin gemaakt zijnde. Zijn bedrijf werd voortgezet door zijn zoon H E. Freytag.
Zie: Knock, Dispositien; Hess, Dispositien, vervolg; Seidel, Het orgel en deszelfs zamenstel 358; Caecilia, 1862, 123; Bouwsteenen II, 165; van 't Kruys, Dispositien 4, 149; Eigen Haard 1886, 328; Bull. Oudheidk. Bond 1907, 90.
Enschedé