[Focanus, Jacobus (2)]
FOCANUS (Jacobus) (2), geb. ± 1625 te Dordrecht, broeder van den voorg. (zie ald.). Hij studeerde te Leiden, waar hij 8 Mei 1648 ingeschreven werd, vestigde zich als advocaat voor het Hof van Holland in den Haag en werd 3 Mei 1658 benoemd tot raad en rentmeester-generaal van de leden in de Meierij van den Bosch (Commissieboeken St. Gen. R.A.). In hetzelfde jaar trachtte hij lid van den Raad van Brabant te worden, wat niet gelukte. Evenmin werd hij in 1662 president-schepen te den Bosch, toen hij hiervoor zijn best deed; de ‘cuyperye’ voor die plaats, schreef de Witt hem, was ‘soo onmaetich’, dat hij de recommandatie voor Focanus had moeten ‘laeten vaeren’. Met de Witt onderhield hij meer geregelde betrekkingen dan zijn broeder. Er zijn verscheidene hunner brieven bewaard. O.a. was Focanus de Witt behulpzaam in zijne particuliere, financieele operatiën. Focanus huwde in 1649 met Helena Tullekes, die in 1666 stierf; ten tweeden male in 1671 met Elisabeth van de Graeff, weduwe van Dr. Jacob Onderwater.
Zie: C.A. van Sypesteyn en Balen als boven; verder: Brieven van de Witt I (uitgave Fruin-Kernkamp), deel II en III (uitgave Fruin-Japikse) registers der briever, i.v. Focanus).
Japikse