kring van geestelijken en leeken om zich heen in den geest van de Broeders des gemeenen levens. Om aan deze vereeniging van vrome mannen duurzaamheid te geven, stichtte hij in 1394 het klooster Marienwolde te Frenswegen, bij het stadje Nordhorn in het graafschap Bentheim.
Het werd in de Windesheimer-congregatie opgenomen; en was toen het in 1809 werd opgeheven, het laatste klooster dier uitgebreide congregatie (Wochenblatt für die Diöcese Osnabruck 1863). Bekend vooral was de bibliotheek om hare rijke verzameling handschriften (Langenberg, Quellen und Forschungen zur Geschichte der deutschen Mystik (1902); Kruitwagen in Stemmen onzer eeuw no. 32.
In meerdere kloosters o.a. te Neuss herstelde v.d. Eze de tucht. Onder zijn pastoraat werd ook de kerk te Almelo gebouwd.
Zie: Chron. Windes. 462; Chron. Mont. S. Agn. 160; Dumbar, Anal. I, 48, 61 vlg.; J. Lindeborn. Hist. Dav. 431; v. Heussen, Oudh. en Gest. v.h. Bisd. Deventer II, 114, 310; W. Moll, Johannes Brugman I, 249; dez. Kerkgesch. II: 1, 335; II: 2, 220, 221; Acquoy, Het klooster te Windesheim II, 176, 199, 200; Geld. Volksalm. 1873; Geerdink, Gesch. v. Twenthe 336-337; Röring, Kerkelijk en wereldlijk Twente I, 6, 236 vlg.
van der Heijden