[Diepenburch, Claes van]
DIEPENBURCH (Claes van), ridder, overl. Aug. 1440, zoon van Gijskin van Diepenburch en Lijsbet van Reimerswaal. Hij wordt vermeld als rentmeester van Kennemerland; sinds 1 October 1426 was hij baljuw en schout van 's Gravenhage, terwijl hij in de memorialen van het Hof van Holland over 1434-40 voorkomt als raad van hertog Albrecht van Beyeren.
In 1386 werd hij beleend met het huis te Diepenburch, gelegen in Maasland in het ambacht van De Lier en in 1430 met het leen Kortenbosch gelegen aan het einde van het Westeinde te 's Gravenhage. Hij huwde Alijd van Zwieten, dochter van Boudewijn van Zwieten en Lutgard van Nijenrode. Zij hertr. met Evert, bastaard van Holland heer van Hoogewoude.
Zijn wapen staat vermeld bij Slicher (mss.