[Crans, Johannes Marinus Schmidt]
CRANS (Johannes Marinus Schmidt), 30 Apr. 1830 te Rotterdam geb. en 14 Nov. 1907 te 's Gravenhage overl. Hij ontving zijn opleiding aan de schilder-academie zijner geboorteplaats, bekwaamde zich verder onder den genre-schilder van der Laar aldaar en vervolgens onder Ary Scheffer te Parijs. In 1873 werd hij tot leeraar aan de teeken-academie in den Haag benoemd, waar hij korten tijd ook leeraar in het teekenen aan de H.B.S. was.
Crans stond bekend als een zeer werkzaam en productief kunstenaar, dikwijls vol geest en luim. Van het bekende genootschap ‘Pulchri Studio’ te 's Gravenhage was hij een zeer gewaardeerd lid. Jaren lang teekende hij de wekelijksche plaat in den Ned. Spectator en ook de meeste schetsen in het humoristisch weekblad Uilenspiegel waren van zijne hand. Verder illustreerde hij verschillende boekwerken, o.a. een paar bundels Novellen van J.J. Cremer, en gaf hij met Aug. Allebé, D. Bles, Ch. Rochussen e.a. uit: Schetsen bij van Lennep's Romantische werken (1872). Voorts heeft men van hem een verzameling Teeken-cahiers (1866). Zijn kracht als schilder lag vooral in het ontwerpen en uitvoeren van historie- en genrestukken. Als enkele zijner mooiste werken kunnen genoemd worden: De laatste gang van den kanselier Thomas Morus, Een zwervend meisje, Een processie uitgewekenen op een sneeuwveld bij Antwerpen in 1567, Brabantsche binnenhuisjes, de Coligny, de Catechisatie en Oud-vrouwtje. Op de tentoonstelling van 1871 te Amsterdam werd aan een zijner schilderijen de gouden medaille toegekend.
Zie: Johan Gram, Onze schilders in Pulchri Studio, 1880, 138-140.
Zuidema