[Crahay, Jean Guillaume]
CRAHAY (Jean Guillaume), natuurkundige, geb. te Maastricht 3 April 1789, overl. te Leuven 22 Oct. 1856, begon zijne klassieke studiën aan de Ecole Centrale te Maastricht (in 1798 gesticht); daar hij weinig geneigdheid voor de oude talen had, verliet hij die inrichting, werkte sinds zijn 18e jaar tien jaren lang op een notariskantoor, maar volgde toch de lessen van Minckelers, die aan voornoemde school de natuurk. wetenschappen doceerde, en vervaardigde zelfs natuurkundige werktuigen, waarvoor toen te Maastricht geen ervaren werkman was te vinden. Door Minckelers aanbevolen werd hij 29 Febr. 1817 tot zijn opvolger aan het toenmalig Athenaeum te Maastricht benoemd, was een der stichters van de ‘Société des amis des sciences, lettres et arts’ aldaar, waarvan de Annuaires en Rapports nog hoog geschat worden. Hij deed ook geologische onderzoekingen langs Maas en Rijn, werd in 1822 lid der Société linnéenne te Parijs en door Willem I einde Sept. 1830 benoemd tot hoogleeraar in de natuurkunde te Gent, welke plaats de belgische omwenteling hem belette te aanvaarden, doch werd in 1834, bij de wederoprichting der leuvensche universiteit, tot hoogleeraar in de natuuren sterrekunde door het belgisch episcopaat benoemd. Deze universiteit eerst te Mechelen opgericht werd in 1835 naar Leuven overgebracht. Hij zette zijne belangrijke meteorologische onderzoekingen, in 1818 te Maastricht begonnen, voort, die later in Mémoires de l' Acad. royale de Bruxelles werden uitgegeven. Hij was zeer ervaren in het doen van proeven en hij verbeterde vele natuurk. werktuigen, zooals het toestel van Gay-Lussac voor de vermenging van dampen en droge gassen. De veranderingen aan de luchtpomp, die zooveel
toebrachten aan den roem van Babinet, waren reeds door hem uitgedacht, lang voor dat de fransche geleerde, tot hetzelfde resultaat gekomen, zijne