[Corput, Abraham van den (2)]
CORPUT (Abraham van den) (2), of Kornput, Corputius, zoon van Isaäc en Alith of Alethea de Witt, en kleinzoon dus van den volgende, geb. 7 Jan. 1599 te Dordrecht, gest. 30 Oct. 1670 ter zelfder plaatse. In 1626 werd hij predikant te Giessen-Nieuwkerk. Wegens zwakte nam hij in 1639 ontslag uit den dienst en vestigde zich te Dordrecht.
Door hem zijn verschillende werken geschreven. Een tweetal werd er gedrukt, n.l.: Het leven en de doot van den zeer beroemden D. Philippus Melanchton... (Amst. 1662), en De goddelicke Vierschare, dat is ontdeckinge der Hemelsche oordeelen (Utr. 1659-Amst. 1669, 4 dln.). In handschrift bleven: Historie der Turken en Verhandeling of Petrus ooit te Rome geweest is. Bij Brugmans, Verslag van een onderzoek naar ... archivalia in Engeland ('s Grav. 1895) 389 wordt een brief genoemd door hem aan Cornelius Booth, bibliothecaris te Utrecht geschreven, d.d. 8/18 Aug. 1660.
Zie: L.A. van Langeraad en de Bie, Het protestantsche Vaderland in voce; G.D.J. Schotel, Kerkelijk Dordrecht I (Utrecht 1841) 157; F.W. Cuno, Pfälzisches Memorabile XIV (Westheim 1886) 26, waar hij ten onrechte Abraham Bastingius wordt genoemd; E. Simons, Kölnische Konsistorial-beschlüsse (Bonn 1905) register in voce.
van Schelven