[Conrad, Martinus Johannes]
CONRAD (Martinus Johannes), gedoopt te Delft 21 Sept. 1773, overl. vóór 1818, zoon van M.E. Conrad en A.J. Smits, werd, toen zijne beide ouders waren overleden, in 1779 in het weeshuis te Delft en evenals zijn oudere broeder F.W. (1) (kol. 313) later in de fundatie van Renswoude te 's Gravenhage opgenomen, waar hij technisch onderwijs ontving. In 1794 werd hij opzichter bij den bouw van strandhoofden aan de Hondsbossche, in 1795 was hij korten tijd aan de Grebbe werkzaam, in het laatst van dat jaar keerde hij naar Delft terug ten einde zich te bekwamen in de theoretische vakken. In 1797 werd hij extraordinaris ingenieur bij de genie, in 1799 werd hij luitenant-ingenieur ter standplaats Woerden, doch kort daarna vinden wij hem bij het veldleger, dat de in Noord-Holland gelande Engelschen en Russen moest bestrijden, vervolgens was hij te Helder, Alkmaar, Muiden, den Briel en in Westerwolde. Hij verkreeg reeds in Nov. 1806, waarschijnlijk wegens den slechten toestand van zijn gezicht, op zijn verzoek pensioen. In een register van ambtenaren van 1807 vinden wij hem als opziener van den Baardwijkschen overlaat, op eene bezoldiging van ƒ 3. - daags, doch ook dit is hij niet lang gebleven, want wij vinden vermeld, dat hij zich te Alkmaar vestigde. Hij is daar evenwel niet overleden.
Hij huwde 29 Mei 1803 S. Monsieur, dochter van M. Monsieur, geb. te Enkhuizen, die na 1830 overleed en hem 3 kinderen schonk, van welke een, M. Monsieur Conrad, geb. te Alkmaar 7 Feb. 1806, 24 Aug. 1829 te Steenwijk overleed; de beide anderen stierven als kinderen.
Ramaer