[Carpentier, Casparus de]
CARPENTIER (Casparus de), zoon van den volg. en Maria Hellincx, geb. te Dordrecht 9 Oct. 1615 (gedoopt 11 Oct. d.a.v.). Hij studeerde te Leiden in de theologie, en werd predikant te Sliedrecht 1636, te Amersfoort 1645, en te Amsterdam 1650, waar hij 12 Mei 1667 overleed en in de Westerkerk begraven werd. Hij stond als geleerde en theoloog hoog aangeschreven.
Een vers van zijn hand komt voor in het werk van zijn schoonvader Petrus Wassenburgh: Het Dansfeest der dochteren te Silo (1641). Op diens dood schreef hij: Meditatie over de Hemelvaert Eliae bij den dood van Petrus Wassenburgh. Uit zijn huwelijk met Hester Wassenburgh Petrusdr. had hij elf kinderen, waarvan Isabella gehuwd met dr. Stephanus Blanckaert, Roeland (3) en Johannes, die volgen.
Zijn portret werd gegraveerd door J. Brouwer naar A. van Aldewerelt door A. Swerdtsma en door een onbekende
Zie: v. Langeraad en de Bie, Prot. Vaderland II, 23; en de literatuur bij Servaes de C.
van Dalen