[Camphuysen, Adam]
CAMPHUYSEN (Adam), geb. te Doesburg 1740, gest. te Zierikzee 5 Febr. 1773, zoon van den doesburger rector, studeerde te Franeker en promoveerde in de rechten. Aanbevolen met den leidschen praeceptor Jan Hubertus van den Berg tot rector der latijnsche school te Zierikzee, werd C. daar 6 Juli 1767 benoemd en aanvaardde zijne betrekking tegen October. Op zijn sterfbed bood zich ter waarneming van het rectoraat aan zijn jongere broeder Cornelis C. (1750-1828), toen te Harderwijk en eenige maanden te Zzee vertoevende. C. is bekend gebleven door zijne op 15 Sept. 1772 uitgesproken redevoering over Lieven Janssen Keersemaker, op verzoek der magistraat gedrukt als Or. de Lievino Janssono Lychnite, recitata Zierizaei in aede Valonica (Zier. 1772), vertaald door Cornelis van der Gryp (Zier. 1773), herdr. ‘met de noodige bewijzen en bijlagen betrekkelijk het te Zierikzee voorgevallen ten jare 1572 voorzien door A.J. de Ruever’ (Midd. 1778).
Zie: Nederl. Mercurius XXXIV (Amst. 1773) 51; Groeneijk, Kronijk van Zierikzee (ald. 1821) Bijv. 7; Collot d'Escury, Holl. roem II, Aant., 133; P.D. de Vos De lat. school te Zierikzee in Maandbl. De Nederl. Leeuw 1899, 17-19.
de Waard