[Buvery, Jacques de]
BUVERY (Jacques de), overl. 1618 te Veere (?). Na het sneuvelen van den kolonel van Loon, den vijfden gouverneur van Oostende, tijdens het beleg, werd op 28 Mrt. 1604 aan de B., oudste kolonel der bezetting zijnde, het opperbevel binnen de vesting opgedragen, nadat aanvankelijk verscheidene kolonels, de Buvery, des Rocques, van der Burch en Drake, dit tegelijk gevoerd hadden. De B. had weinig zin in het commando en moest er ‘naer vele sonderlinghe menaschementen’ toe worden overgehaald. De B. muntte uit door heldenmoed en groote bedaardheid. In 1593, kapitein zijnde, had hij met den kapitein de Haen Geertruidenberg ingenomen; in 1602 verving hij van der Noot als gouverneur van Tholen, hij werd in 1603 tot kolonel bevorderd. Als commandant van Oostende liet hij vele en krachtige uitvallen doen. Zoo ook op 9 April, toen hij met 1300 man een uitval deed om zekere vijandelijke batterijen te vernielen. Bij deze gelegenheid werd hij door twee musketkogels in de borst en in het been getroffen. Later trok hij naar Vlissingen, waar hij langzaam genas. Hij werd nog gouverneur van Lillo. B. was gehuwd met Jeanne de Jamaer. Zijn portret werd door een onbekende gegraveerd.
Zie: C.A. van Sypesteyn, Het merkwaardig beleg van Ostende 84-88.
Eysten