[Bruinsma, Ybo Ages]
BRUINSMA (Ybo Ages) was organist te Donsum (?) bij Franeker toen hij in 1725 werd aangesteld te Nijmegen tot organist van de Broerkerk en klokkenist van den Grooten toren (Hess, Dispositien 60; Bouwsteenen II, 10, 256; van Schevichaven, De St. Stephens kerk te Nijmegen 115-116; Tijdschr. muziekgesch. VII (1904) 152), later was hij organist van de Groote kerk aldaar (Hess, ibid.). In 1733 werd hij tevergeefs gebracht op de nominatie van organist en klokkenist van den Dom te Utrecht (van Riemsdijk, Het stads-muziekcollegie 41). In 1768 was hij eenig examinator van het nieuwe orgel in de hervormde kerk te Zoelen (Hess, 82), van 6 tot 10 Sept. 1776 trad hij met Jacob Potholt van Amsterdam en Jan Radeker van Haarlem in gelijke functie op ten aanzien van het nieuwe orgel in de Sint Stevens kerk te Nijmegen, waarvan hij de bediening had (P. Beijen, Brief v). Hij gaf in het licht: in 1774 bij Joh. Wessing Willemsz. te Amsterdam: Nieuwe en eenigen bekenden melodyen, met eigen gecomponeerde bassen; in de opdracht aan Jacob Potholt bovengenoemd betuigt hij zijn erkentelijkheid voor door dezen verleenden correctie-arbeid. Zijn bedoeling met deze publicatie was een aantal gemakkelijke melodieën tot gemeen goed te maken, opdat in huiselijk verkeer muzikaal gebruikt zouden kunnen worden met name genoemde verzen van Pieter Boddaert, Willem Sluiter, Jacoba Petronella Winckelman, Jacob Willemsen, Rutger Schutte, Willem Swanke, Adriaan van Loo, Nicolaas Simonsz. van Leeuwaarden, Johannes Eusebius Voet, Magdalena Reen geb. Pollius, Petrus Scheltus, Catharina Brakonier geb. de Wilde, Jodocus van Lodensteyn, Johannes Groenewegen, Pieter Johannes
Uylenbroek, Philippus van Sorgen, Wilhelmus Schortinghuis, Francina Jacoba Coets geb. van Westrem, Carolus Tuinman (vertaler van J.C. Loers), Johannes Cloeck, A. Godart, Fridrich Adolf Lampe, Joachim Neander, Alegunda Ilberi geb. Alberthoma, Hieronymus van Alphen, Pieter Leonard van de Kasteele, Pieter de la Ruë en P. Royaards, alsmede uit den groningschen bundel Geestelyke gezangen - wat hiermede bedoeld wordt, blijkt niet; het liedboek Een bundeltje uitgekipte geestelyke gezangen (4e dr. Deventer, 1721; 8e dr. Gron. z.j.; 10e dr. Dordr. 1750; 11e dr. Devent. 1745; 12e dr. Dordr. 1765); een liedboek (?) aangeduid als Het nieuwejaars-gift en een aantal psalmen. De hier afgedrukte Wilhelmus-melodie is door hem archaïstisch bedoeld (Tijdschr. Muziekgesch. IX