der nieuwe psalmberijming en van een verbeterde zangwijze. In 1778 ontving hij de benoeming tot organist bij de Groote kerk te Rotterdam, waar hij het voorrecht had een nieuw orgel aanbesteed te zien, welks inwijding hij echter niet meer heeft mogen beleven. In 1786 was hij met P. Beyen keurmeester van het nieuwe orgel door Andries Wolferts van Rotterdam te Zalt Bommel geplaatst (Caecilia 1908, 18). Hij was gehuwd met Johanna Smit. In 1778, bij gelegenheid van zijn vertrek naar Rotterdam, verscheen van Willem van der Jagt: Dichtgroet aan den grooten orgalist, den heer Joannes Hendrik Bruininkhuizen. Twee jaar te voren (1776) had hij hem reeds gehuldigd in een lofdicht afgedrukt achter zijn Vredebazuin, of aansporing tot eendrachtig psalmgezang, aan de gemeente van Maassluis. J.A. Tours, later zijn opvolger als organist der Groote Kerk te Rotterdam was zijn leerling in viool-, klavier- en orgelspel (Ned. muz. tijdschrift 1842, 80).
Zie: van Reyn, Geschiedk. Beschr. v. Rotterdam I, 272; Navorscher XXV, 618; Rott. Jaarb. IX 151.
Moquette