melding gemaakt. Na den dood van Jan werd de verzameling spoedig uit elkaar gerukt. De boeken werden reeds 5 Juni 1771 verkocht, de teekeningen en prenten 24 Juni en de porseleinschatten 15 Juli van hetzelfde jaar nog. Voor deze verkoopingen waren gedrukte catalogi beschikbaar gesteld; van alle drie berust thans nog een exemplaar in de Bibliothèque Nationale te Parijs. Een catalogus van de teekeningen en prenten is aanwezig in het Mauritshuis te 's Gravenhage, terwijl in het museum Meermanno-Westreenianum aldaar een catalogus van het porselein bewaard is gebleven. De verzameling schilderijen, medailles en schelpen werd echter in haar geheel overgedragen aan de familie Hope te Amsterdam. Van de schilderijen had Gerard Hoet omstreeks 1752 reeds een opsomming gegeven in het tweede deel van zijn: Catalogus of naamlijst van schilderijen. De catalogus van het geheele kabinet, bij den dood van Jan bestaande uit 233 stukken, is gedrukt in Oud-Holland XXVIII (1910) 161.
Beide broeders behoorden tot de in 1700 vereenigde Vlaamsch-Waterlandsche Doopsgezinde gemeente en hebben zoowel voor hare geestelijke als stoffelijke belangen veel gedaan. Wat de laatste aangaat, had reeds Pieter, evenals zijn ouders, een aardig sommetje aan de gemeente gelegateerd. Maar Jan, de laatst overgeblevene der familie, benoemde, na bespreking van een aantal legaten, zijne gemeente tot eenig erfgenaam, waardoor deze de beschikking kreeg over een groot kapitaal. Zij maakte daarvan gebruik om een nieuwe kerk te bouwen, die reeds in 1775 ingewijd kon worden.
Van Jan Bisschop heeft een portret bestaan, geschilderd door Alexander, terwijl beide broeders samen zijn afgebeeld èn door Aart Schouman èn door Jan Stolker (1759). Geen van alle is echter bewaard gebleven, althans opgespoord kunnen worden.
Zie: Rott. Jaarboekje VIII (1910) 50; Oud-Holland X (1892) 219; Bijdr. en Meded. Hist. Gen. XX (1899) 203 en XXXIII (1912) 359; Craandijk, Gedachtenisrede bij het 100-jarig bestaan van het kerkgebouw der Doopsgezinde Gemeente te Rotterdam (Rott. 1875) 22; De Zondagsbode XIX (1906) no. 18 en Questiunculae historicae I (1908) 160.
Wiersum