pittel en 10 jaar later werd afgezet ‘ob scandalosam et vitam minus castam’ (Bijdragen Bisdom Haarlem XVII, 96 v.v.).
Bronnen voor de hier genoemden: Archief Aartsb. Utrecht VI, 201, 458; VII 43, 171; XV (waar in het necrologium van het kapittel van St. Plechelmus te Oldenzaal als leden daarvan voorkomen de drie broeders: Arnoldus, Nicolaas en Stephanus Beyer); XXVI 288, 306; XXVIII, 132, 149; XXX, 125 v.; Bijdr. en Meded. Hist. Gen. te Utrecht XXVII (1906) 191; S. Muller Fz., Rechtsboek van den Dom v. Utrecht door Mr. H. Wstinc (Oude Vaderl. Rechtsbr. I: 18) xlviii; dezelfde, Rechtsbr. v.d. Dom v. Utrecht (t.z.p. II: 5) 117; J.G.C. Joosting, Bronnen gesch. der kerkel. rechtspraak (t.z.p. II: 11) 724, 736; hs. van Wouter Brock (Rijksarchief Utrecht D. 1355); hs. van Ludolph Adriaensz. de With (Rijksarchief Utrecht); bovendien tal van bijzonderheden in Dodt's Archief.
van Kuyk