[Berckheyde, Gerrit]
BERCKHEYDE (Gerrit), ged. te Haarlem 6 Juni 1638 en daar verdronken 14 Juni 1698, was de zoon van den slager Adriaen Joppen B. en de jongere broeder en leerling van Job B. (die volgt), dien hij op diens reis door Duitschland vergezelde. Hij kwam in 1660 in het gild te Haarlem en woonde daar samen met zijn broeder. Behalve eenige landschappen met figuren (Dresden, Straatsburg, St. Petersburg en Venetië), zeehavens (Stockholm) en kerkinterieurs (Londen) heeft hij zeer vele stadsgezichten geschilderd en wel herhaaldelijk dezelfde, vooral van Haarlem en Amsterdam, maar ook o.a. van den Haag (Stedelijk Museum te 's Gravenhage, Aken en Gal. Czernin te Weenen), Rotterdam (Schwerin en Florence), Bonn (Schwerin) en Heidelberg (Karlsruhe, Leipzig). Niet altijd zijn zijn werken ontstaan uit schetsen naar de natuur gemaakt; immers zonder in Italië geweest te zijn, heeft hij toch gezichten te Rome geschilderd (Louvre te Parijs, ColI. Novak te Praag) en in het museum te Schwerin is van hem een afbeelding van het in 1652 afgebrande oude stadhuis te Amsterdam. Zijn teekeningen van stadsgezichten zijn al even weinig zeldzaam als zijn schilderijen. In den tweeden druk van Houbrakens Groote Schouburgh (III, 189) staat zijn gegraveerd portret.
Zie: Houbraken III, 189-198; van der Willigen, Les artistes de Harlem 78, 79; J. Meyer, Künstlerlexikon, in voce; Thieme u. Becker, Allg. Lex. bild. Künstler, in voce.
Moes