[Bentinck, Jean Charles rijksgraaf]
BENTINCK (Jean Charles rijksgraaf), geb. te 's Gravenhage 2 Juli 1763, ged. waalsche Kerk 7 Juli, overl. te Londen 22 Nov. 1833, zoon van Christiaan Frederik Antoon en van Maria Catharina van Tuyll van Serooskerken. Voor 1795 geëligeerde te Utrecht, na 1813 kamerheer van Willem l; generaal-majoor in britschen dienst. Bij besluit der Duitsche Bondsvergadering d.d. 12 Juni 1845 werden zijn afstammelingen erkend te behooren tot den ‘Hohen Adel’ zoodat het hoofd van dezen tak het praedicaat van ‘Erlaucht’ voert en de ‘Ebenbürtigkeit’ van toepassing is. Hij huwde te 's Gravenhage 20 Maart 1785 met Jacoba Helena gravin van Reede-Ginkel, geb. te 's Gravenhage 21 Dec. 1767, overl. te Nashott (Nutwood Lodge) 6 Sept. 1839, dochter van graaf Frederik Christiaan Reinhard, pair van Ierland, en van Anna Elisab. Christ. van Tuyll van Serooskerken. Uit dit huwelijk vier kinderen. Wellicht is hij de J.C. Bentinck, die in 1781 en 1782 een landschap en een paar koppen van Turken geëtst heeft.
Zie Adelsarchief 1901, 164; Ned. Leeuw XX, 205, 6; Kramm, in voce.
Regt