Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 2
(1912)–P.J. Blok, P.C. Molhuysen– Auteursrecht onbekend
[pagina 99]
| |
naris aangesteld. In deze hoedanigheid heeft hij bijna onafgebroken de zittingen der Staten van Holland bijgewoond: nog in Januari 1747, op 82-jarigen leeftijd, was hij aanwezig. Als 2e pensionaris, naast Willem Buys, voerde hij tot 1726 de omvangrijke correspondentie der gedeputeerden ter dagvaart met burgemeesteren. De Vroedschap kende hem dan ook, 30 Jan. 1726, eene jaarlijksche gratificatie van f 1000 toe. In Februari 1725 werd hij door de Staten-Generaal, met twee andere leden, naar Zeeland afgevaardigd om deze provincie te bewegen tot instemming met het nieuwe concept-plakkaat op de convooien en licenten. Ook was hij een der zes leden van de op 20 Oct. 1727 benoemde commissie tot redres der financiën van Holland. Hij behoorde tot de directeuren der kolonie Berbice, en liet een aanzienlijk fortuin na. Naar het oordeel van den franschen gezant Fénelon was hij een verstandig man, maar moeilijk om mee te onderhandelen en liet hij zich in alles leiden door het bizonder belang van Amsterdam (Bijdr. en Meded. Hist. Gen. XXX, 178). Zie: Elias, Vroedschap van Amst.; Res. Holl.; Res. Vroedsch. v. Amst. Breen |
|