Barueth was een vurig aanhanger van het Oranjehuis en stak dit niet onder stoelen of banken. Herhaaldelijk heeft hij ook in geschriften van zijn liefde blijk gegeven. Vandaar dat de Patriotten het op dezen orangistischen predikant verzien hadden. In tal van pamfletten wordt zijn optreden gehekeld en zijn dood gaf in 1782 aanleiding tot de verschijning van een heele serie vlugschriften. Ook de vervaardigers van spotprenten lieten hem niet met rust; o.a. ligt hij met andere Oranjeklanten als van Goens, P. Hofstede enz. geknield op de vuile spotprent Moriatur Orange.
De reeks geschriften van Barueth is zeer groot. Een eigenaardige plaats nemen daarbij in de door hem uitgegeven preeken. Weinige predikanten hebben een zoo groote reeks predikaties het licht doen zien, waarbij o.a. een serie van 88 vervolgpreeken. Enkele dier bundels b.v. Jacobs Doodbedde verdienen de aandacht door de daarbij gevoegde geleerde verklaringen van woorden uit het Hebreeuwsch, Arabisch en andere oostersche talen. De titels van al zijne preekbundels en gelegenheidspreeken hier te vermelden mag overbodig heeten; zie de straks te noemen bronnen.
Ook zonder deze is de lijst van Barueth's geschriften nog groot genoeg. Het zijn voor een groot deel strijdschriften. Toen hij in de zestiger jaren met zijne ambtgenooten over hoop lag, gaf hij zijn Contra-memorie van den 5 Februari 1763 dienende ter beantwoording van de Memorie van eenige predikanten van Dordrecht (Rott., 1763 in fol.) en Verantwoording van ... J. Barueth ... in twee gedrukte Memorien en echte brief aan den Magistraat dier stad... (1767) en Mondstopper ter beantwoording van den voorlooper van D. Lud. Kluit (Rott., 1767 in fo.) Als vurig Oranjeman trad hij op in zijn Historie van het stadhouderschap der heeren Princen van Orange, hoognoodig tot bewaring van de vrijheid in de kerk en burgerstaat (Dordr. 1766 in 8o.). Heeft hij zich gemengd in den strijd van den remonstr. predikant Nozeman met P. Hofstede over de kwestie der zaligheid der heidenen en der deugden van Sokrates, ook tegen de Deïsten heeft hij zich duchtig geweerd. Van het bekend uitvoerig geschiedwerk van Cl. Fleury, Histoire ecclésiastique verscheen in 1766 een zoogenaamd Abrégé de l'histoire ecclésiastique de Fleury, dat zoogenaamd uit het Engelsch vertaald, blijkbaar de bedoeling had het Christendom aan te vallen. Barueth was dadelijk gereed met den schrijver den strijd aan te binden en gaf in het volgend jaar Zedige en bescheide wederlegging der hedendaagsche Deisten en vrijgeesten; bysonder ingerigt tegen de nieuwe aanvallen op den christelijken godsdienst in het onlangs uitgekome Fransche werk, genaamt het korte begrip der kerklijke Historie van den abt de Fleury (Rott., 1767 in 8o). Tot dezelfde categorie van geschriften behoort De
Advocaet der Vaderlandsche kerk, of vrijmoedige verdediger van derzelver grond constitutie, herformde leer enz. Het eerste stuk van dat anonym uitgegeven werk verscheen in 1771 en heeft tot heel wat polemiek aanleiding gegeven. Een breede stroom van geschriften zag naar aanleiding van dat boek het licht. Barueth deed er het zwijgen niet toe maar nam onder den schuilnaam Paulus Dortsma nog herhaaldelijk aan den strijd deel. Zoo gaf hij Het aanweezen en bestaan der Naam-Remonstranten enz. uit hun eigen schriften opgemaakt enz. ('s Grav., 1772. 8o); Het echt karakter van een Hollandschen tolerant enz. ('s Grav. 1773, in 8o); De Rhytmus monachicus of monnikkendeun der broederschap van vrijheid en tolerantie enz. ('s Grav. 1773 in 8o. 2 dln).