van Johan van Heemskerck's Batavische Arcadia (1637). 14 Jan. 1648 is Barlaeus plotseling gestorven en den 18den begraven in de Nieuwe Kerk, dicht bij zijn vriend P.C. Hooft.
Barlaeus was een man van groote begaafdheid en groote geleerdheid. Hij was volkomen te huis in de klassieke oudheid en geheel vertrouwd met de geschiedenis der wijsbegeerte van de oudheid en van de middeleeuwen; voor de philosophie van Descartes voelde hij weinig. Wetenschappelijke werken heeft hij op dit gebied niet geschreven. Hij had grooten naam als redenaar en als dichter. Vele latijnsche redevoeringen heeft hij uitgesproken, die eerst afzonderlijk werden uitgegeven en daarna in een bundel vereenigd (1643, 1652, 1661; vertaald in 1662, 1689). Tal van gedichten zijn eveneens eerst afzonderlijk verschenen, daarna in bundels met den titel Poemata (1628, 1630, 1631, 1645-1646, 1655, 1689). Niet minder dan zijn ambtgenoot G.J. Vossius, maar op andere wijze, heeft Barlaeus de pas opgerichte Illustre School luister bijgezet.
Barlaeus heeft ook enkele hollandsche gedichten geschreven, die bijna alle zijn uitgegeven in de bloemlezing Verscheyde Nederduytsche Gedichten (1651-1653). Ook zijne brieven zijn verzameld en uitgegeven door G. Brandt, den verzamelaar der zoo even genoemde bloemlezing, en schoonzoon van Barlaeus, onder den titel Casparis Barlaei .... Epistolarum Liber (Amst., 1667). Waarom Brandt in die brieven zooveel veranderd en weggelaten heeft en zoovele data vervalscht heeft, is een raadsel. J. van Vloten heeft één en ander daarvan hersteld in de nalezing, die hij gegeven heeft (in Hooft's Brieven, IV) van brieven van Barlaeus aan Huygens en Wicquefort. Ook in de beneden genoemde levensbeschrijving van Barlaeus zijn vele, vroeger ongedrukte, brieven van en aan hem en vele gedichten opgenomen. Uit de brieven van Barlaeus begrijpt men eerst recht de charme van zijne persoonlijkheid en ziet men, hoe hij weI een der hoofdpersonen moet zijn geweest van den Muiderkring.
Zeven kinderen hebben Caspar van Baerle overleefd: Adriana (geb. 16 Jan. 1613) huwde 23 Nov. 1642 Karel de Wolff; Anna (17 Dec. 1615 - Oct. 1676) huwde in 1653 Johan de Bisschop; Josina (geb. 14 Jan. 1617) huwde 19 Mei 1658 J. Lenaerts en hertrouwde 29 Oct. 1658 met Cornelis van Leeuwen; Caspar (3) en Susanna (2) volgen; Elizabeth (1 Aug. 1624 - 22 April 1651) stierf ongehuwd; Anthony (1626-1666) was kapitein en huwde in 1659 Walburg van Boekhoven.
Een groot deeI van BarIaeus' correspondentie en vele zijner gedichten berusten in hs. in de leidsche bibliotheek en in de bibliotheken der Remonstrantsche gemeenten van Amsterdam en Rotterdam.
Barlaeus' portret is geschilderd door David Bailly (1625), Sandrart, G. ter Borch (Univ. te Amsterdam), geteekend door J. Lievens (Rijksprentenkabinet te Amsterdam), gegraveerd door W.J. Delff, Th. Matham, Delfos e.a.
De literatuur over Barlaeus is zeer uitgebreid. Men zie over hem vooral de reeds aangehaalde rede van Corvinus (kol. 67), de uitvoerige studie van J.A. Worp, Caspar van Baerle in Oud- Holland III (1885) 241-266; IV (1886) 24-41, 172-190, 241-262; V (1887) 93-127; VI (1888) 87-103; 241-276; VII (1889) 89-129; Louis D. Petit, Bibliographische lijst der werken van de Leidsche Hoogleeraren, van de oprichting der Hoogeschool tot op onze dagen I: 1 (Leiden 1894) 193-222.
Worp