blijven. De magistraat der stad noodzaakte de gemeente spoedig weer tot vertrek. Eerst deed men een poging om in Worms opname te vinden. Hermes stelde met 't oog daarop zelfs een belijdenis op en zond die aan de overheid van die stad, aan keurvorst Frederik III van de Paltz en aan hertog Christoffel van Wurtemberg. Maar vergeefs. Laatstgenoemde was tot meewerking niet te bewegen. Niet onwaarschijnlijk is toen een groot gedeelte der gemeente maar naar Frankfort getrokken. Backerel althans deed het zeker. In 1560 treffen we hem in die stad, - waar hij trouwens ook vroeger reeds eens moet zijn geweest - aan. Ook hier bleef hij echter maar weer betrekkelijk korten tijd. Vóór 1566 was hij weer in Oost-Friesland terug en werd daar predikant te Jemgum (Jemmingen). Nog in 't zelfde jaar werd hij echter door de kerk van Emden uitgezonden om in Holland eenigen tijd de reformatie te gaan steunen HoeIang hij dit gedaan heeft, is niet te zeggen. Volgens een vrij veelvuldig verspreid bericht werd hij in 1568 te Jemmingen, na den slag, die daar in dat jaar heeft plaats gehad, wreed vermoord. Maar - zooals boven reeds bleek - is dat bericht onjuist (vgl. ook J.H. Hessels, Eccl. Lond. Bat. Arch. III (Cantabr. 1897) no. 485). Integendeel vinden we hem in 1574 en later nog verscheiden jaren in Engeland. Het laatste bericht, dat aangaande hem aan te treffen was, is een notitie in de londensche kerkeraadsprotocollen sub 21 Mei 1579, waar gemeld wordt dat twee ouderlingen hem hebben vermaand over zijn roekeloos leven, waarin hij een tijd heeft gewandeld, en dat hij daarover met tranen Ieedwezen heeft betuigd en beterschap beloofd, waarna de zaak voor afgedaan werd beschouwd.
Zie: W.J.C. Moens, The marriage, baptismal and burial registers ... of the Dutch Reformed Church London (Lymington 1884); J.H. Gerretsen, Micronius. Zijn leven zijn geschriften, zijn geestesrichting (Nijm. 1895) 43, 50; F. Pijper, Jan Utenhove. Zijn leven en zijn werken (Leiden 1883) 80, 184; E. Meiners, Oostvrieschlandts Kerkelijke Geschiedenisse (Gron. 1738) I, 379, 381, 383, 418; II 387; A.A. van Schelven, De Nederduitsche vluchtelingenkerken ('s Grav. 1908). register en bldz. 333, 341, 404, 421-423; M. Schoock, De bonis vulgo dictis ecclesiasticis (Gron. 1651) 483, 484; Tomus I Actorum des Frantzosischen und Niederlandischen Kirchenwesens de A. 1554-1561. fo. 166 Register derjeneger so sich zu der Niderlendisscher kirchen zu Francfurt begeben haben 16 Juli anno 60. (Archiv der Stadt Frankfurt am Main); Acta van den Kerkeraad der Nederd. vluchtel.kerk te Londen, sub 5 Febr. en 21 Mei 1579, naar een copie in 't bezit van Dr. A. Kuyper; O. Redlich, Jülich-Bergische Kirchenpolitik II (Bonn 1911), 718.
van Schelven