[Wolf, Friedrich August]
WOLF (Friedrich August), philoloog, geb. te Hainrode (Thüringen) 15 Febr. 1759, overl. te Marseille 8 Aug. 1824, is, op raad van Ruhnkenius, door curatoren in 1796 beroepen naar Leiden toen Jean Luzac de professie van het grieksch neergelegd had. Wolf heeft toen bedankt, niet onwaarschijnlijk omdat Wyttenbach hem zeer subjectieve inlichtingen gegeven had omtrent het verblijf in Holland en de prijzen der levensmiddelen in Leiden. Niettegenstaande den invloed van Ruhnkenius en de vrijgevigheid van curatoren die het traktement verhoogden tot 2400 gulden, waarbij nog 700 gulden emolumenten kwamen, en de gebruikelijke 1000 gulden voor een buitenlandsche verhuizing, weigerde Wolf. Een jaar later, 25 Oct. 1797, heeft hij Ruhnkenius bezocht, met zijn reismakker Ochsner. Veel spijt heeft hij toen van zijn weigering gehad; toen R. 14 Mei 1798 overleden was, heeft Wolf bij den curator H. de Bosch moeite gedaan om opnieuw een beroep te krijgen. Maar toen was Wyttenbach reeds als opvolger aangewezen.
De verdere lotgevallen van Wolf staan tot Holland is geen betrekking.
Zie: Allg. Deutsche Biogr XLIII, 737, S. Reiter in Neue Jahrb. klass. Altertum XVIII (1906) 1; Slijper in Ned. Spectator 2 Juni 1906, no. 22.
Slijper