Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 1
(1911)–P.J. Blok, P.C. Molhuysen– Auteursrecht onbekend
[pagina 1579]
| |
1621). In 1626 kreeg hij te Haarlem vergunning de geometrie uit te oefenen; Ampzing (1628) spreekt niet alleen van zijn sterrekundige waarnemingen, doch ook van zijn kunst in het aanleggen van schansen. Van zijne werkzaamheid als gezworen landmeter getuigen verschillende kaarten op het rijksarchief (9 Juli 1630 en Mrt. 1644) en het gemeente-archief te Haarlem; in 1633 werd hij belast met het maken eener kaart van de omstreken der stad, gaf Oct. 1635 zijn kaart van den Schermer met de verkaveling, gedrukt in het Octroy van de Schermer (Alkm. 1635) en vervaardigde omstreeks 1643 met de landmeters Sal. de Bray en Pieter Post eene grondteekening voor de vergrooting van Haarlem. Uit zijn eerste vrouw Mayke de Haas, is 19 Mrt. 1630 aldaar gedoopt Francijntje W.; 12 Aug. 1646 hertrouwde hij er met Catharina Buyck. Op haar verzoek schiftte Gerard van Kinckhuysen de nagelaten papieren van ‘mijn meester goeder ghedachte’; ‘deselve meestendeels voor lange van hem geschreven’, andere ‘doordien hem tijdt ghebrack, meest niet vol’ en hij zelf ‘uyt dit stoffelijck leven geruckt ende wechgenomen, eer hij de wercken en blijcken van syn hooghbegaefde wetenschap in de mathematica heeft konnen vervaardigen om in druck uyt te geven’, zijn die in zeer zuiver nederlandsch gestelde geschriften door dezen ter perse gelegd als: Mr. Pieter Wils, Wiskonstighe wercken, bestaende in eenighe meetkonstighe ende hemelklootsche aenteyckeningen, elck met hare verklaringhen ende bewijsen (Haerlem 1648 en Amst. 1654, met andere voorrede). Zie: Ampzing, Beschr. en lof der stad Haerlem (ald. 1628) 344; van der Willigen, Les artistes de Harlem (ald. 1870) 334-6; Hingman, Inv. verzam. kaarten in het rijksarch. II ('s Grav. 1871) 277, 78, 88; Allan, Gesch. en beschr. van Haarlem I (ald. 1874) 33. de Waard |
|