voor hem het einde van een welbesteed leven aan. Zooals zijn testament voorschreef, werd hij in de Sint Pieterskerk te Keulen bij zijn geliefden broeder bijgezet; alle praal moest vermeden worden en zelfs geen opschrift kenmerkte het graf. P.v.W. is de laatste telg in de mannelijke linie van de Walenburch's geweest. Reeds in zijn leven had hij veel weggegeven aan hulpbehoevenden; wij hebben zijn aandeel in het stichten van beurzen aan het hollandsch college te Keulen boven herdacht. Wat er van het aanzienlijk vermogen overbleef, is na zijn dood aan de katholieke armen van Rotterdam gekomen.
Portretten van de beide Walenburchs vóór de Opera omnia, in bisschopskleedij, ten voete uit. Uit een prent van denzelfden onbekenden graveur, en de gebroeders slechts ter halve lijve voorstellende, blijkt dat de figuur rechts Adr. v.W. weergeeft, de figuur links P.v.W.
Van hen: Opera omnia (Coloniae Agripp. 1670 2 tom.). In het tweede deel zijn de volgende twee traktaten in het nederlandsch opnieuw afgedrukt: Den eenvoudigen Catholyck en Schip-reys van den geloovigen Thomas tot de eenigheyt van de ware kercke I.C.
Zie: I. Coccejus, Opera omnia (Amstel. 1675) VII; disputeert daar herhaaldelijk tegen hen in de Demonstratio potentiae S. Scripturae en in de Disputationes selectae; Foppens, Bibl. Belg. II, 1015-1016; de Feller, Biographie universelle (Paris 1845) II, 140; Räsz, Die Convertiten seit der Reformation (Freiburg i.B. 1868) VI, 471; VII, 397; Algem. Nederl. Familieblad 1883, no. 50; Wetzer und Welte's Kirchenlexicon2 XII, 1195; Bijdr. bisd. Haarlem III, 444; Arch. aartsb. Utrecht register en XXXI, 381, 382, 384; Bijdr. v. de Gesch. v.d.R.K. kerk in Nederland (Rott. 1888) alf. register., Fruin, Verspr. Geschr. VIII, 54; Brom, Archivalia in Italië ('s Gravenhage 1909) I, 2167-2168; Rotterdam in den loop der eeuwen (Rotterdam 1906) II, 1e st. 86.
Hensen