kundig nieuws maar geen man van hoogstaand karakter. Op 8 Sept. 1656 berichtte Sanfelici naar Rome, dat deze friesche edelman door bemiddeling van Adr. v.W., maar in het diepste geheim, tot de katholieke Kerk was overgegaan. 30 Nov. 1661 werd Adriaan te Bonn tot wijbisschop van Keulen geconsacreerd en kreeg als zoodanig den titel van bisschop van Adrianopel i.p.i. Voor zooverre tot heden kon vastgesteld worden, waren hij en zijn broeder Pieter, dien wij reeds in 1658 als wijbisschop van Mainz zullen zien optreden, de eerste Rotterdammers, aan wie de bisschoppelijke waardigheid is ten deel gevallen. Als bisschop bleven zij het familiewapen voeren: een burcht van keel op zilveren veld, maar in de poort van den burcht werd een recht opstaand anker aangebracht. De werkzaamheid van Adriaan als wijbisschop van Keulen wordt in de onder aangegeven
literatuur uitvoerig besproken. Hier zij alleen vermeld, dat hij een der assisteerende bisschoppen was, toen op 17 Sept. 1662 in de kerk van Sint Pantaleon te Keulen de nieuwe vicaris apostoliek van de hollandsche zending, Balduinus Catz, en tevens diens coadjutor met recht van opvolging, Joannes v. Neercassel, tot bisschop werden gewijd. In de vier laatste jaren van zijn leven werd de wijbisschop voortdurend door ziekte gekweld. Dit belette niet dat hij zich onderwijl veel moeite gaf om een uitgave te bezorgen der gezamenlijke strijdschriften, welke sinds 1643 hoofdzakelijk door zijn broeder waren opgesteld en afzonderlijk ook reeds uitgegeven; de voorrede van het eerste deel der Opera omnia, gedateerd uit Mainz 3 Sept. 1669, dus slechts eenige dagen vóór zijn dood, is nog door beide broeders onderteekend. Op 2 Sept. 1663 had hij zijn testament gemaakt en daarin 2500 keizersdaalders voor het stichten van een studiefonds bestemd, dat nog heden aan theologanten van Warmond, uit Rotterdam afkomstig, ten goede komt. Reeds vroeger waren door hem in vereeniging met zijn broeder zes vrijplaatsen gefundeerd aan het hollandsch college te Keulen, de ‘Hooge Heuvel’ geheeten en door Sasbout Vosmeer gesticht in het belang der hollandsche missie. Met den hoogsten eenvoud is hij begraven in de Sint Pieter te Keulen, een kerk der Oratorianen, thans niet meer aanwezig.
Voor de literatuur zie het volgend levensbericht.
Hensen