[Servatius]
SERVATIUS, gestorven te Maastricht, 4e eeuw. De eerste berichten over dezen heilige hebben wij van den H. Athanasius, gest. 371 (Apolog. ad Constantium Imp. no. 9) en van Sulpicius Severus, omstreeks 365-425 (Chronica c. 44). De eerste verhaalt zijn gezantschap naar Constantius, de tweede zijne standvastige sterkte op het Concilie van Rimini (359). Daarop verhaalt Gregorius van Tours (Hist. Francorum L. II, c. 4 en 5, geschreven omstreeks 575): ten tijde dat S. (Aravatius) bisschop van Tongeren was, verbreidde zich het gerucht, dat de Hunnen in Gallië wilden vallen. Om de afwending van dien geesel te verkrijgen, trok S. naar Rome, bad er den H. Petrus, maar de Apostel gaf hem te verstaan, dat zijne bede geen verhooring zou vinden en hij Tongeren moest verlaten. S. begaf zich naar Maastricht, is aldaar gestorven, en langs den openbaren weg begraven. In een ander werk (In Gloria Confessorum c. 71, geschreven eenigen tijd vóór het bovenstaande), verzekert Gregorius, dat S.' graf nooit door de sneeuw bedekt werd; dat eindelijk Monulfus, bisschop van Maastricht, daarover een prachtigen tempel heeft gebouwd. Tegen het einde der 8e of het begin der 9e eeuw verzekert de Vita Lupi (A A.S S. 29 Julii), dat S. een bloedverwant is des Heeren; in de 10e eeuw boekt Heriger (Gesta Episc. Leod. L.I.c. 20) die legende, maar neemt ze niet aan. Omstreeks 1088 boekt Jocundus (Translatio S. Servatii) allerlei andere legenden. De openbare tooning der reliquieën van S. schijnt begonnen te zijn in de 14e eeuw, heeft aangehouden tot 1573, is hervat in de 19e eeuw, en geschiedt thans geregeld om de 7 jaren. De levensbeschrijvingen
van S. worden opgegeven door Potthast, Bibliotheca Hist. medii aevi 1 (Berl. 1886) II, 1570; Bibl. Hagiogr. Latina, i.v.; Balau, Les Sources de l' Histoire de Liége au Moyen Age (Brussel 1903); Kronenburg, Neerlands Heiligen in vroeger eeuwen. 2e druk I (Amst. 1900); Petit, Repertorium, 378. Over de reliquieën en hare vereering Bock et Willemsen, Antiquités sacrées conservées dans les anciennes collegiales de S. Servais et de Notre-Dame à Maestricht (Maastr. 1873).
Kronenburg