Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 1
(1911)–P.J. Blok, P.C. Molhuysen– Auteursrecht onbekend
[pagina 1467]
| |
10 Nov. 1665 emeritus werd en korten tijd daarop overleden is. Omtrent zijn leven vóór het verblijf in den Bosch weten wij alleen, dat hij in 1629 te Schiedam, zeer tot nadeel van den daar wonenden geneesheer ook ‘de practycke van de medicinae’ uitoefende, weshalve de door concurrentie getroffene arts zijn beklag indiende bij het Synodus van Z.-Holland (Knuttel, Acta der Part. Synoden van Z.-Holl. ('s Gravenhage 1908) I, 318). Beroepen in 1630 te 's Hertogenbosch behoorde hij met F. de Wael en Nic. Ant. van der Delien (reeds 3 Oct. 1630 overl.) tot de eerste ‘eyghen predicanten’ der nieuwe gemeente. Schuylius was een krachtig man, doch een echte roervink, die met verschillende menschen telkens overhoop lag. In 1633 doen kooplieden hun beklag aan den kerkeraad over een predikant, die zelf of wiens ‘huysvrouwe coopmanschap doet’. Dat is, zeggen de klagers ‘hare ruyne’, vooral, omdat de juffrouw zelve bij de clièntele rondgaat. De bedoelde predikant is Schuylius, die eerst in Juni 1634 den kerkeraad contentement geeft, door te verklaren, dat in den vervolge de zaak zal zijn voor de dochters des huizes, ‘invoege dat de dochteren met de geseijde neeringe sullen werden gebeneficieert, gelyck de soonen met de studiën’. Van meer belang is, dat ook Schuylius zich gemengd heeft in den pennestrijd tegen het roomsch-katholicisme, welke de ‘predicanten by leeninghe’ toen in den Bosch zijnde, (te weten de bekende G. Voetius, ds. Udemans uit Zierikzee, ds. Swalmius uit Haarlem en ds. Everwijn uit Dordrecht) 16 Mei 1630 hadden aangevangen en die een stroom van geschriftjes en tegengeschriftjes heeft doen ontstaan. Ds. Schuylius nu heeft twee verweerschriften gegeven n.l.: Noodwendighe consideratiën ofte aenmerckingen enz. (Delft 1632) en Een grondighe wederlegginge van een seecker Paeps Boecxken enz. ('s Hertoghen-Bossche, 1633). Een tweede druk, verschenen in 1635, heeft tot titel: Optima Fides Jacobi Stratii Jesu-wyte Antwerpiensis etc. Men zie over dien strijd A.C. Duker, Gisbertus Voetius (Leiden, 1897-1904) I, 310-346; J.C.A. Hezenmans, 's Hertogenbosch van 1629-1795 ('s Hertogenbosch z.j.) 41-43; W. Meindersma, De Gereform. Gem. te 's Hertogenbosch 1629-1635 (Zalt-Bommel 1909) 200-216. Meindersma |
|