van Malmedy en Stablo gesticht had, werd R. daarover tot abt aangesteld. Volgens velen, reeds te voren, volgens Krusch, daarna, is hij bisschop gewijd zonder vasten zetel. De meeste schrijvers ook nemen op gezag van het oudste leven aan, dat hij het bisdom Maastricht 10 jaren bestuurd heeft. In zijne laatste jaren woonde hij in de abdij van Stablo en is daar gestorven. Zijne reliquieën rusten in de parochiekerk van Stablo, in een prachtige zilveren kist van de 13e eeuw. ‘Geheel de ontginning’, zegt Krusch, ‘der woeste streken, waarin zijne kloosters lagen, en het begin eener meer beschaafde levenswijze is aan hem te danken.’
De opsomming zijner levensbeschrijvingen is te vinden bij Potthast, Bibliotheca Historica Medii Aevi (Berlijn 1896) II, 1545; Bibl. hagiographica Latina (Brussel 1900-01; in voce; Balau, Les Sources de l'Histoire de Liège au Moyen-âge (Brussel 1903) 60; Kronenburg, Neerlands Heiligen in vroeger eeuwen (Amsterdam 1900) 1, 124; Br. Krusch, Vita Remacli Episcopi et Abbatis. Mon. Germ. Hist. Script. Rerum Merov. V (19 0) 88.
Kronenburg