[Niemann, George Karel]
NIEMANN (George Karel), geb. 6 Nov. 1823 te Middelburg, overl. 15 Nov. 1905 te Delft, zoon van Ds. Willem Ferdinand N. en J.C. Caspari. Hij studeerde aan het athenaeum illustre te Amsterdam, vooral in de semietische talen (arabisch en hebreeuwsch) en aan het luthersche seminarie in de theologie, waarin hij het candidaatsexamen te Leiden aflegde. Later veranderde hij van studierichting en hegon onder leiding van prof. Veth de maleische en andere indonesische talen te beoefenen. In 1848 volgde hij Dr. B.F. Matthes op als subdirector van het zendingshuis van het Nederl.
Zendelingsgenootschap te Rotterdam, waar hij later den titel van lector in de maleische en javaansche talen en de land- en volkenkunde van Ned.-Indië verkreeg. In 1873 werd hij hoogleeraar aan de Indische Instelling te Delft, om onderwijs te geven in de land- en volkenkunde van Ned.-Indië en de makassaarsche en boegineesche talen. Deze vakken doceerde hij ook eenige jaren aan officieren van het indisch leger, gedetacheerd bij de Hoogere Krijgsschool te 's Gravenhage. In 1895 werd hij door de leidsche universiteit honoris causa tot doctor in de taal- en Ietterkunde van den indischen archipel benoemd. In hetzelfde jaar ontving hij wegens hoogen leeftijd eervol ontslag uit zijn ambt. Zijne voornaamste geschriften zijn: Inleiding tot de kennis van den Islam (Rotterdam 1861); Bijdragen tot de kennis van de Alfoersche taal in de Minahassa (Rotterdam 1866); Bloemlezing uit Maleische geschriften ('s Gravenh. 1871); Geschiedenis van Tanette. Boegineesche tekst met aanteekeningen (1883). Verder schreef hij verscheidene belangrijke verhandelingen in de Med. Ned. Zend. Gen. en in de Bijdr. T.L.v.N. Ned.-Indië.
Zie: Encycl. v. Nederl.- Indië III, 27-28; C. Poensen, In Memoriam. Prof. Dr. George Karel Niemann in Bijdr. Taal-, Land- en Volkenk. van Ned.-Indië, 7e volgr. V, 7-16).
Juynboll