en kreeg (23 Mei) een hofambt als ‘master of throbes’, dat hij tot 1695 bekleedde. Hij vergezelde Willem III ook op diens verdere veldtochten en werd 12 Sept. 1690 engelsch luitenante generaal. In 1695 werd hij baron Enfield, viscount Tunbridge, earl van Rockford, maar de jicht dwong hem zich op zijn goederen in Utrecht terug te trekken, waar hij stierf. Hij liet drie zoons na: William Henry (gest. 1710), Frederik (gest. 1718) en Hendrik (gest. April 1740 als kol. der eng. dragonders), benevens drie dochters: Anna, Maria en Henriëtte, de twee laatste gehuwd met van Reedes.
Zie: Fruin, Aant. op Droste's Geheugchenis 434, 436, 537; Krämer, Mémoires de Mons. de B. in Bijdr. en Med. Hist. Gen. XIX (1898), 96; Mémoires de Mad. de Zoutelande (La Haye 1710) 279; Journalen van Const. Huygens (Werken Hist. Gen), passim. Vgl. verder Dictionary of Nat. Biography LXIII, 426; Van Epen, De Ridderschap van Utrecht (ms).
Blok