bijzondere verdiensten een schenking in land in Ingermanland (Kronyk van het Hist. Gen. VII, 142). Begrijpelijkerwijze liet hij een groot fortuin na, dat op 2 millioen geschat werd; zijn griffierstraktement bedroeg f 1800 met f 300 voor huishuur! In 1636 was hij gehuwd met Elisabeth Cats, de jongste dochter van Jacob Cats (geb. 1618). Tijdens zijn huwelijk woonde hij in het ‘huys te Bruinswijck’ op den Kneuterdijk; hij was heer van Waalsdorp, Carnisse, Nieuveen enz. Uit zijn huwelijk had hij drie dochters, van wie de tweede, Elisabeth Maria, zeer bekend werd (zie het volgende art.). Zijne weduwe, zich noemende vrouwe van Carnisse, hertrouwde 28 Jan. 1652 met haren huisvriend, den weduwnaar Diederich Pauw (zoon van dr. Reinier Pauw), ridder, heer van Rijnenburg enz., hoogheemraad van Delfland (over wien zie: Elias, Vroedschap van Amsterdam I, 197-198; cf. Bijdr. en Med. van het Hist. Gen. XXVII, 571, noot). De zedelijkheid der vrouwe van Carnisse was laag bij den grond; haar tweede huwelijk en de wijze, waarop Ds. Stermont het inzegende, gaf aanleiding tot veel opspraak. Bij den dood van haren vader erfde zij Zorgvliet. Zij stierf in Jan. 1673, haar tweede man (geb. 1618) in Oct. 1688.
Literatuur over Musch: J.G. Frederiks, Cornelis Cornelisz. Matelieff de jonge en zijn geslacht in Rotterdamsche Historiebladen, 3e afd., Genealogie enz. I, 211-212, en de bij het art. gevoegde genealogie van het geslacht Musch; Fruin, Aant. op Droste 409 vlg., en Versp. Gesch. VII, 434; van Riemsdijk, de Griffie van Hare Hoog Mogenden 11, 16, 30, 120, 157; M.G. Wildeman, Elisabeth Musch (Amersfoort 1896) 3 vlg.; Japikse, Cornelis Musch en de corruptie van zijn tijd in Gids 1907, I, 498 vlg. Verdere bronnen dan reeds in den tekst genoemd zijn Groen's Archives de la Maison d'Orange-Nassau, 2 série IV, 159, 160, 161, 205, 260; V, 24; Journalen van Willem II (uitg. Krämer in Bijdr. en Med. van het Hist. Gen. XXVII) 437 en 476; Brieven van Nicolaas van Reigersberch aan Hugo de Groot (uitg. Rogge), reg. i.v. ‘Musch’ ‘Scipio’ ‘Catilina’; Vreede, Inl. tot eene gesch. der Ned. diplomatie II: 2, bijlage XX; G. Busken Huet, Derde Verslag van onderzoekingen naar arch. te Parijs, 74; Blok, Relazioni Veneziane 247 en 285.
Over de weduwe van Musch: Fruin, Aant. op Droste 411-412; Wildeman, t.a.p., 13-16; Chr. Huygens, Oeuvres Complètes III, 181, en IV, 230.
Japikse