Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 1
(1911)–P.J. Blok, P.C. Molhuysen– Auteursrecht onbekend
[pagina 1319]
| |
1848. Hij kwam in 1816, aan boord van het schip Nassau, te Batavia aan, werd benoemd tot commies bij de alg. secretarie en vervolgens tot hoofdcommies. In 1820 was hij secretaris der residentie Semarang en daarna resident te Maros op Celebes. Dit ambt werd in 1826 ingetrokken uit bezuiniging en M. kwam te Batavia terug om in 1827 benoemd te worden tot tweeden algemeenen secretaris. In 1828 ontving hij zijne aanstelling tot gouverneur van Makassar en stelde toen reeds vele pogingen in het werk om die plaats tot een vrijhaven te doen verheffen, hetgeen echter eerst plaats had in 1846. In 1834 werd M. benoemd tot resident van Soerakarta, welke betrekking hij vervulde tot 1843, toen zijne benoeming tot resident van Besoeki volgde. Eindelijk werd hij benoemd tot gouvernementscommissaris voor de balische zaken, welke functie hij tot zijn dood bekleedde. Op zijne begraafplaats is ‘als bewijs van algemeene hoogachting, door ambtenaren en fabrikanten in de residentie Besoeki’ een fraai gedenkteeken opgericht. Zie: Handel. en Geschr. Ind. Genootschap I (1854) 148 vgg. en 395. Muller |
|