[Leempoel, Johannes Franciscus van]
LEEMPOEL (Johannes Franciscus van), geb. te Gouda in 1696, werd 10 Febr. 1722 te Leiden als student ingeschreven en promoveerde 24 April 1725 op een dissertatie: Spec. inaug. exhibens Anatomes originem, progressum, tot med. doct. Hij vestigde zich te Rotterdam en werd aldaar 25 Juli 1733 als poorter beëedigd. In 1747 huwde v. Leempoel met Maria Louise van Montfort, van Culemborg geboortig. Uit dit huwelijk is een dochter, Maria Barbara, geboren; uit een tweede huwelijk, in 1749 met Clara van den Bergh uit Gouda gesloten, zijn twee kinderen gesproten, die achtereenvolgens op 28 Sept. 1750 en 23 Dec. 1751 in de kath. Kerk gedoopt zijn. Na in Nov. 1776 zijn huis aan de Leuvehaven verkocht te hebben, schijnt van Leempoel uit Rotterdam te zijn vertrokken, want in het Heereboekje van 1781 komt zijn naam niet meer voor, en hij is ook niet te Rotterdam overleden. In de Verhandelingen van het Bataafsch Genootschap, waarvan v. Leempoel lid was, wordt als zijn sterfdag opgegeven 30 April 1777.
Van Leempoel maakte deel uit van een in 1755 opgericht ‘Genees- en Heelkundig Gezelschap’, hetwelk een belangrijke rol in de verbreiding van de pokinenting hier te lande gespeeld heeft. Dit gezelschap bestond uit de med. docts. J.F. van Leempoel, P. Vink, anat. et chir. lector, J.C. de Bruas, S. de Monchy, J. Stook, J. Hoog en de chirurgijns R. Langguth en M. Schouten.
Om hunne collega's en het publiek beter in te lichten en de aanvankelijk tegen de methode bestaande vooroordeelen uit den weg te ruimen, gaven genoemde geneeskundigen een belangrijke studie in het licht, de Inenting der kinderpokjes enz. (Rotterdam 1757), waarin de meeningen van de voor- en tegenstanders der inenting zorgvuldig getoetst en de voordeelen van de methode met statistieken aangetoond werden. Om tevens een goed voorbeeld te geven onderwierp v.L. 27 April 1756 zijn twee zoontjes en het kindermeisje aan de operatie.
Daar v.L.'s naam onder de opdracht van genoemd werk aan den heer Hugo Cornets de Groot,