[Kroesen, Willem Egbert]
KROESEN (Willem Egbert), geb. 7 Febr. 1817 te Groningen, overl. 22 Juni 1873 te Scheveningen, zoon van Frans Kroesen en van Cornelia Valk, trad op 12-jarigen leeftijd in mil. dienst, was van 1830-32 in garnizoen te Antwerpen, werd in 1836 2e luit. der inf., ging in 1838 over bij het ind. leger; 1840 1e luit., 1845 kapt., 1853 maj., 1856 luit.-kol., 1862 kol., 1864 lid in den Raad van Nederl.-Indië met rang van gen.-maj., gep. in 1868, in 1869 in act. hersteld en benoemd tot luit. gen., comm. van het ind. leger, in 1873 opnieuw gepensionneerd.
Hij nam in 1840 deel aan de krijgsverrichtingen tegen Baroes en Singkel (S.W.K.), in 1847 aan die op Nias; in 1853-57 aan die ter W.K. van Borneo, waar hij in 1856 tevens belast werd met de betrekking van resident. In 1860 werd hem het burg. en mil. bestuur over Palembang, het volgende jaar dat over Celebes opgedragen. Als legercommandant heeft hij veel gedaan tot verbetering van de organisatie der levende strijdkrachten en ten bate van het moreel en materieel welzijn der soldaten.
Zie over zijn arbeid op Borneo: E.B. Kielstra, Bijdr. tot de gesch. van Borneo's W.K. in Ind. Gids, 1890; over zijn bestuur op Celebes: W.A. van Rees, De Pioniers der beschaving (Arnh. 1866) 180.
Kielstra