Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 1
(1911)–P.J. Blok, P.C. Molhuysen– Auteursrecht onbekend
[pagina 1250]
| |
Jezuïeten behoorden. Een zuster van onzen Arnout was gehuwd met den pensionaris der stad, Mr. Hendrik Roos, wiens beide zonen katholiek zijn geworden; eene andere zuster met Cornelis van Walenburch, zoon van den oud-burgemeester Pieter Adriaans z.v.W., uit welken echt twee zoons zijn geboren, die als apologeten groote vermaardheid hebben verkregen en wijbisschop van Keulen zijn geworden. Hun oom van moederszijde, Arnout Kievit, was den beiden neven vóórgegaan op het gebied der apologetiek. Eigenaardig is het, dat deze niet. zooals de meeste apologeten, een geestelijke was maar tot den leekenstand behoorde; hij had den graad van Mr. in de beide rechten, vermoedelijk te Leuven, behaald en zich daarna als advocaat te Rotterdam gevestigd. Hier schreef hij onder het anagram van Turano Vekiti zijn Catholyck Memoryboeck, dat eertijds veel is gelezen, zooals blijkt uit niet minder dan een zestal uitgaven. Van geen der drie eerste edities vond ik bijzonderheden aangegeven; de vierde, waarvan een exemplaar op de seminarie-bibliotheek te Warmond, verscheen in 1646, doch de approbatie aldaar dateert van 14 Mei 1624, vermoedelijk het jaar waarin het werkje 't eerst is opgesteld. In 1648 maakte de auteur zelf nog een vijfde editie voor de pers gereed doch stierf in datzelfde jaar te Rotterdam. Ook daarna was de belangstelling nog niet verdwenen, getuige een zesde editie, welke het boekje in 1679 beleefde. De inhoud is hoofdzakelijk ontleend aan de beroemde, ook in sommige protestantsche kringen van ons vaderland veel gelezen Disputationes van Bellarminus; de auteur verzwijgt dit geenszins maar verklaart te willen schrijven voor lezers, die het latijn niet meester zijn en toch het betoog van den grooten geloofsverdediger noodig hebben, omdat zij leven te midden der ‘nieugesinde’. Hun wil hij duidelijk maken, dat de R.-K. godsdienst in overeenstemming is met de H. Schrift en de uitspraken der Vaders uit de vier eerste eeuwen. De verdienste van het Memoryboeck bestaat vooral in den duidelijken en frisschen vorm van het betoog; de ‘tegen-worpsels’ der ‘nieu-gesinde’ worden telkens in hun eigen manier van spreken aangevoerd. De nawerking was van dien aard, dat nog in 1661, dus 13 jaren na den dood van K., de regent van het Staten-college te Leiden, Pieter Cabeljouw, het noodig oordeelde het populaire boekje uitvoerig te bestrijden; in dat jaar verscheen zijn Catholyck Memoryboeck der Gereformeerde, twee lijvige deelen in 4o. Daar K. ter goeder trouw maar verkeerdelijk zich onder meer beroepen had op sommige teksten van pauselijke brieven en decretalen, ontleend aan de collectie van Pseudo-Isidorus, verzuimde zijn tegenstander niet vooral deze tekortkomingen breed uit te meten. Van A. Kievit verschenen: Meditatiën van P. Ludov. de Ponte (Antwerpen, 1632); Het Catholyck Memory-boeck, (4e druk, Antwerpen, 1646); Den Kercken wyser (Loven, 1648). Zie: Foppens, Bibliotheca Belgica (Bruxellis, 1739) I, 97; van Heussen en van Rijn, Oudh. en Gesch. van Z.-Holland en Schieland (Leiden, 1719) 479; de Backer, Bibliotheque des écrivains de la Compagnie de Jésus (Liège-Lyon, 1872) I, 441 verwisselt A.K. met een bloedverwant, Theodorus, die tot de Sociëteit behoorde; jaartallen en verdere levensbijzonderheden, daar vermeld, zijn derhalve onjuist; zie de 2e uitgave door Sommervogel IV (1893) 1037; Rotterdam in den loop der eeuwen (Rotterdam 1906) 2e ged., 1e st., 85. Hensen |
|