(1866); Maximiliaan (1867). Haar gedichten werden deels afzonderlijk uitgegeven, deels opgenomen in de vele letterkundige luxe-jaarboekjes, die in die dagen uitkwamen (Aurora, Castalia enz.), in de Vaderlandsche Letteroefeningen, in den Almanak voor het Schoone en Goede en in het Israëlitisch Jaarboekje.
De laatste drie jaren van haar leven was zij lijdend aan long-tuberculose. Toch schreef zij nog in den zomer van 1878 een gedicht in het album, dat prinses Hendrik bij gelegenheid van haar huwelijk werd aangeboden en in het najaar van datzelfde jaar een vers in het album voor koningin Emma.
Den winter van 1880-81 bracht zij in het zuiden van Frankrijk door, zonder daar echter genezing te vinden voor haar kwaal en in Juli 1881 besloot zij ertoe het beste uit haar werken eigenhandig te verzamelen en in een bundel uit te geven. Zij heeft zorgvuldig geschift en toegezien, dat alles wat in dien bundel gedichten werd opgenomen, aan de door haar gestelde eischen beantwoordde. ‘waarheid van gedachte en zuiverheid van vorm’. Zelf heeft zij alle drukproeven verbeterd. Haar boek, dat ze aan haar kinderen heeft opgedragen, verscheen bij gebroeders Belinfante te 's Grav. in November 1881. Mevrouw Hymans-Hertzveld was in alle opzichten eene buitengewoon begaafde vrouw, die alle andere eischen, die het leven haar stelde, ondergeschikt maakte aan de belangen van haar gezin.
Als mede-oprichtster van ‘Arbeid Adelt’ toonde zij ook oog en hart te hebben voor de belangen van de vrouw in wijden kring.
Haar portret is gegraveerd door D.J. Sluyter.
Zie: G. Belinfante in Ned. Spectator 12 November 1881; Jan ten Brink in Nieuws v.d. Dag, 1 Januari 1882; F. Smit Kleine in Ned. Spectator 15 April 1882; de Keyser, Ned. Letterkunde v.d. 19e Eeuw II (1877) 901.
van Biema