[Huyser, Hendrik Cornelis]
HUYSER (Hendrik Cornelis), griffier bij 't kantongerecht te Leiden, geb. 6 Dec. 1807 te Amsterdam, waar zijn vader, Jan H., tabakshandelaar was, en overl. 15 Sept. 1865 te Leiden. Hij bezocht in laatstgenoemde stad eerst 't gymnasium en toen de hoogeschool, was al die jaren, van 1822-33, gehuisvest bij zijn zwager, Mr. J.F.C. Moltzer, en promoveerde laatstgenoemd jaar tot Mr. in de rechten op een diss. De absentium juris differentia inter codices Francicum et Neerlandicum novissimum. Hij vestigde zich te Leiden als advocaat, werd in 1835 tot tweeden plaatsvervanger bij 't kantongerecht ald. benoemd en drie jaar later tot burgemeester van Soeterwoude. In 1843 ontving hij zijn aanstelling tot eersten plaatsvervanger en in '53 tot griffier bij 't kantongerecht te Leiden. Verder was Huyser sedert 1850 lid van de Prov. Staten van Zuid-Holland en sedert '54 lid van den leidschen gemeenteraad. Ook was hij regent van 't burgerlijk weeshuis dier stad, maar zijn zwakke gezondheid veroorloofde hem niet al die betrekkingen naar de hooge eischen die hij zich zelven stelde te vervullen. De laatste jaren van zijn leven bepaalde hij zich dan ook uitsluitend tot zijn griffierschap. Huyser beoefende van zijn jeugd af de poëzie, waarvan menige bijdrage van zijn hand in letterkundige jaarboekjes uit dien tijd getuigen kan. Hij was twee keer gehuwd: 1o. 5 Juni 1839 met Johanna Helena Wilhelmina Hendrika Jonquière (overl. 13 Nov. 1840); 2o. 10 Mei 1848 met Anna Mechelina de Vassy, weduwe van Ds. Lod. Pieter Suringar.
Zie zijn autobiographie in de Levensber. Letterk. 1866, 41; D.G. van Epen, He geslach de Vassy.
Zuidema