renkunde, theologie, philologie, philosophie, moderne letterkunde boezemden hem belangstelling in. Hij stond in briefwisseling met bijna alle groote geleerden en kunstenaars van zijn tijd. En van die briefwisseling is veel bewaard gebleven, omdat Huygens zorg droeg voor de door hem ontvangen brieven en voor de concepten zijner eigen brieven, en zijne nakomelingen niet al te ruw met dit deel zijner nalatenschap hebben omgesprongen. Zoo zijn er nog 8500 brieven van en aan Huygens over, die voornamelijk berusten in het Koninklijk Huisarchief, in de bibliotheek der Kon. Academie van Wetenschappen te Amsterdam en in de bibl. der leidsche universiteit. Enkele dezer brieven werden uitgegeven in bundels, die in de 17e eeuw het licht zagen, vele in tijdschriften en boeken van de 19e eeuw. De geheele briefwisseling van Huygens, die thans nog over is, zal namens de Commissie voor 's Rijks Geschiedkundige Publicatiën worden uitgegeven door J.A. Worp, natuurlijk voor een goed deel in excerpt en fragmentarisch. Deel I verscheen Aug. 1911.
Huygens had eene groote voorliefde voor zijne geboortestad en heeft haar met een harer grootste sieraden weten te verrijken. Aan hem toch is het te danken, dat de Oude Scheveningsche weg is aangelegd.
Van de vele geschilderde portretten van Huygens worden hier slechts genoemd die door Mierevelt (1625 en 1641) en A. van Dyck (1632), bekend uit de gravures van W. Jz. Delff en P. Pontius, dat door Hanneman (640) in het Mauritshuis te 's Gravenhage, welk portret omringd is door medaillons met de portretten zijner kinderen, en dat door C. Netscher (1672) in het Rijksmuseum te Amsterdam (A. Bloteling sc.). Een door hemzelfin 1622 geteekend portretje is gereproduceerd in Oud- Holland XVIII, 186; teekeningen door J. Lievens, waarvan er een gegraveerd is door L. Vorsterman, zijn in het Britsch Museum te Londen en in 's Rijks Prentenkabinet te Amsterdam. Een marmeren medaillon door Artus Quellinus (1651) is in het Gemeentemuseum te 's Gravenhage (E.W. Moes, Iconographia Batava no. 3873; Een verzameling familie-portretten der Huygensen in 1785 in Oud-Holland XIV, 176-184; Een nog onbekend portret van Constantijn Huygens, ibidem XVIII, 185-187).
In 1896 is er eene Huygens-tentoonstelling in den Haag geweest en 4 Sept. 1897 werd aan den Scheveningschen weg een borstbeeld van hem onthuld.
Vgl. over Huygens: Jorissen, Constantin Huygens. Studiën I (1871; niet verder verschenen); Emile Michel, Un homme d'éta hollandais au XVIIe siècle in Revue des deux mondes CXVII (1er Juin 1893) 569; G. Kalff in de Gids, 1900, II, 290, 480; III, 72; P.J. Blok, Huygens' ambtelijk leven in Nijhoff's Bijdr. 4e R. II, 71; A.D. Schinkel, Bijdrage tot de kennis van het karakter van Constantijn Huygens, ontleend aan aanteekeningen wegens het beheer zijner goederen (1842), en Nadere bijzonderheden betrekkelijk Constantijn Huygens en zijne familie (1851 en 1856 2 dln.); E.G. Wildeman, Iets over het geslacht Huygens in Haagsch Jaarboekje 1897, 12; D. Veegens, De Zeestraat in Mededeelingen van de Vereeniging ter beoefening der geschiedenis van 's Gravenhage II (1876); dezelfde, De stichting van de Oranjezaal, t.a.p.; dezelfde, Het Mauritshuis en het huis van Huygens, t.a.p.; D.J. Korteweg, Een en ander over C. Huygens als beminnaar der stellige wetenschappen en zijne betrekking tot Descartes in Versl. en Meded. der Kon. Akad. v. Wetensch., Afd. Natuurk., 3e reeks IV (1888) 253.