ningen in 1594 mee. In 1591 werd hij door den vijand gevangen genomen en binnen Nijmegen gebracht, maar tegen losgeld vrijgelaten. Tijdens het Bestand vervulde hij somtijds politieke opdrachten; zoo vertoefde hij van Nov. 1611 tot Febr. 1612 aan het hof van Brussel, om op te komen voor de belangen van prins Maurits in de zoutgroeven van Bourgondië, waarin ook de aartshertogen aandeel hadden. In 1612 werd hij naar Zeeland gezonden, om zorg te dragen voor het herstellen der dijken te Lillo, waartoe o.a. ook de aartshertogen verplicht waren.
26 Aug. 1592 (o.s.) trouwde Huygens te Amsterdam Susanna Hoefnagel (kol. 1117). Uit dit huwelijk werden twee zoons, Maurits en Constantijn (1) (zie beneden) geboren, en vier dochters, van welke Elisabeth (overl. 1612) op 14-jarigen en Catharina (overl. 1618) op 16-jarigen leeftijd stierven. Geertruid Huygens (1599-1680) is in 1632 getrouwd met Philips Doublet, ontvanger-generaal der Unie, en Constantia Huygens (1602-1667) in 1633 met David le Leu de Wilhem, raad en rekenmeester van den Prins. Het gezin van Christiaan Huygens was een toonbeeld van eenvoud, degelijkheid en beschaving. Al zijn vrijen tijd besteedde hij aan de opvoeding zijner kinderen, waarvoor hij aardige nieuwe methodes bedacht. Zij mochten in geen enkel vak van wetenschap, kunst en sport vreemdelingen zijn. De omgang der ouders met hunne kinderen was zeer innig en tevens zeer vrij. Voor alles, wat onnatuurlijk en gekunsteld was, werd steeds gewaarschuwd en aan de jongens werd in de eerste plaats geleerd als vrije mannen en zonder eenige menschenvrees door het leven te gaan. Vaderlandsliefde was hun eerste p icht. Tot den kring van Christiaan Huygens behoorden niet alleen oude houwdegens als Paulus en Marcelis Bax, Karel van der Noot en Emmery van Liere, maar ook Marnix en Daniël Heinsius. Huygens genoot het vertrouwen van Louise de Coligny en was bevriend met Justinus van Nassau en met Sir Ralph Winwood, die eenige jaren engelsch agent in den Haag is geweest.
Zijn portret is in zwarte kunst door A. Bloteling gegraveerd.
Zie: Th. Jorissen, Constantin Huygens, I, 1 vlgg.; Autobiographie van Constantijn Huygens in Bijdr. en Meded. Hist. Gen. XVIII (1897) 2 vlg.; J.A. Worp in Historische Avonden II (1907) 175-180.
Worp